Memento Mori: Opper Poelepetaat is niet meer

door Ton Oskam
 
(Opgedragen aan poelepetaten-liefhebber Cor Kleijkamp die als wijkagent de bevolking van Vorden gaat dienen)
 
Ruurlo – Goede zondagmiddag lezers. Hier gaat het niet zo goed. De Verschrikkelijke Roofvogel heeft toegeslagen en het is de Opper Poelepetaat die het slachtoffer is geworden. Nu er geen leiding meer is, is de groep parelhoenderigen uit elkaar geslagen, de dieren lopen in wanorde her en der over de landerijen.

Ik vond de Opper – althans zijn stoffelijk overschotten, zie de foto boven – bij de paardenstal. Het kan Reinard niet zijn geweest, want die neemt het hele feestmaal mee naar het hol, waar de vossenkids wachten op etenstijd. Het moet de Verschrikkelijke Roofvogel zijn, die ik vaak uit het wat hoger gelegen bos hierachter zie komen zweven. Een grijs-witte mini-DC met een indrukwekkende spanwijdte: meer vleugel dan vogel.
Onze logé vertelde dat hij de hond had horen aanslaan, vermoedelijk op het moment dat Roofvogel de Opper zat te ontdoen van zijn veldkleurig verendek.
Nadat ik bij onze Hofleverancier in Wageningen (hij laat de eieren uitbroeden door een Barneveldse kip) weer een koppel Poelepetaten had opgehaald, ging het niet goed met de populatie. Net als in de mensensamenleving boterde het niet tussen de oude en de nieuwe lichting. Toen de jongste lichting was ingeburgerd en losgelaten, gaf de Opper geen toestemming tot assimilatie. Sterker nog: hij verdreef de asielzoekers.
De nieuwelingen zochten hun heil in andere opvangcentra. Maar dat ging ook niet goed. Een buurman vertelde eerlijk dat hij het leuke beestjes vond, totdat ze ’s ochtends om zes uur naar elkaar gingen roepen. Dat gekwetter – è-è-è-he-g-á-á-á (honderd keer bis), daar wordt je inderdaad soms gek van. Ik heb weleens een stuk aardewerk naar ze gegooid, uiteraard express mis. De Poelepetaten willen niet integreren in één leuke groep, maar ze kunnen ook niet buiten elkaar.

Uiteindelijk zijn van de zes gesepareerde dieren er twee op ons terrein teruggekomen (zie foto boven). Maar opnieuw werden de ontheemde beesten door de Opper Poelepetaat afgewezen. Wekenlang hield hij ze op afstand van zijn “eigen volk”. Toch bleven de twee wonderwel in de buurt van de groep autochtonen.
Pas enkele weken geleden werd een van de twee toegelaten tot de oudste groep. Maar dat leverde weer een hartverscheurend en continue ge-è-è-è-he-g-á-á-á (honderd keer bis) op van de in de steek gelatene.
Pas vorige week was ook de laatste asielzoeker toegelaten tot de oude samenleving. Ja, voor integratie moet je een lange adem hebben. Tenminste, als je het geluk hebt dat deze niet alsnog benomen wordt door een Bekrompen Geest die alleen aan het eigen (Poelepaten)-volk denkt.
Gelukkig is de Opper Poelepetaat tot inkeer en wijsheid gekomen. En kon hij vrij van schulden het Hemelse Poelepetaten-rijk betreden.
Memento Mori!